De Ballon
De ballon zetten we in om kinderen het belang van een goede houding en uitstraling te laten zien en te leren. Bij het werken aan zelfvertrouwen, opkomen voor jezelf, is het belangrijk om een goede houding aan te nemen. Dat is kinderen gemakkelijk te leren door zich een ballon voor te stellen in hun borst.
Die ballon kun je leeg laten lopen. De schouders hangen dan, de ogen kijken meestal naar de grond en de ander zal je niet snel serieus nemen. We noemen dat dan ‘0-ballonnen’. Iemand met een lege ballon is vaak bang dat hij het niet goed doet, iets verkeerds zal zeggen, uitgelachen zal worden, er toch niet bij hoort, niet leuk, dapper, aardig, enzovoort is.
Als iemand duidelijk wil zijn is het belangrijk dat de ballon opgeblazen is. Je staat dan rechtop en kijkt de ander aan. Je stem zal zich vrijwel automatisch aan die houding aanpassen. Houding en stem zorgen er voor dat de ander je sneller serieus neemt. We praten dan over ‘1-ballon’. Kinderen geven aan dat deze ‘1-ballon’ fijn voelt en dat iemand met ‘1-ballon’ aardig over zichzelf denkt.
Iemand die voelt dat zijn ballon leegloopt, kan dat zo vervelend en gênant vinden dat hij dat probeert te verbergen door extra veel lucht in de ballon te doen. Genoeg lucht voor ‘10-ballonnen’. Zo noemen we dat ook. Als je goed kijkt zie je dan onder het stoere-, clowneske- of pestgedrag de onzekerheid. Met ‘10-ballonnen’ kan het ook zijn dat iemand alles heel goed wil doen, het liefste de beste wil zijn en daardoor bijvoorbeeld slecht tegen zijn verlies kan. Daaronder zit de angst om niet goed genoeg te zijn: De overtuiging dat je pas iemand bent als je presteert!
Het symbool van de ballon is uitdrukkelijk geen correctiemateriaal. Het mag eerder een cadeautje zijn. “Je verdient het om ‘1-ballon ‘ te zijn. Je bent goed zoals je bent. Geloof maar in jezelf. Je bent het waard om ‘1-ballon’ te zijn. Het aannemen van een goede houding (‘ballon 1’) ondersteunt positieve gedachten en andersom.